Gisteren was het precies een jaar geleden dat je na een verblijf van 3 maanden in Suriname terugkwam en ik je weer zag. Het voelde goed je warme lijf weer in mijn armen vast te houden. Je vederlichte kusjes op mijn huid te voelen. Dat veilige, vertrouwde gevoel wat niemand anders me kan geven. Dat deel van mij wat ik steeds weer niet kan verklaren.
Maar eigenlijk valt er niks te verklaren. Het gaat erom dat ik me door jou op een of andere manier altijd beschermd voel. Jij bent ook de enige die altijd tegen me zegt wanneer ik op pad ga om goed op mezelf te letten. Zo iemand kan ik alleen maar koesteren. Jij bent in alles mijn beschermengel. Die man in wit gewaad met zijn brede schouders waar ik tegenaan kan leunen.
Als ik in je ogen kijk, voel ik een liefde opkomen die mij innerlijk tot rust brengt. En dan weet ik dat jij de richting bent waar het pad naar toe leidt. De man, mijn andere helft, die mij dat deel van mezelf terug gaf die ik lang geleden kwijt was geraakt.
Op Valentijnsdag liep je de deur uit om niet meer terug te keren. Mij achterlatend met de herinneringen van een erotische douchescene die ik ooit heb gehad. Maar bovenal herinneringen aan een tedere, ontvankelijke, behulpzame, intelligente man waar ik ook heerlijk mee kan dollen. Het zijn dit soort momenten die ik nu koester. En een weten dat in alles wat ik doe je bij me bent.