Na jou

Geen naam werd gegeven
geen geur
aan de kleur van een afscheid
de scheur in de werkelijkheid.

Er zal een ander zijn
de blik in een paar ogen
een mond, net zo gebogen
een gebaar, vertrouwd en klein.

Er zal een ander komen
die me wenkt
mij zijn wereld schenkt
in brokkelige dromen

Er zal een ander praten
zijn woorden zullen wegen
waar jij had gezwegen
en ik zal het zo laten.

Er zal een ander zijn intussen
de nacht wordt afgetast
een vreemde deuk in het kussen.

De lacht breekt, de blik verkoelt
de werkelijkheid slibt dicht
ochtendlicht bijt zich vast
in een vaag bekend gezicht

De opgeschoten grapjes groeien
woorden die met handen stoeien
bedekt verlangen losgewoeld

Maar geen lach wil daar bloeien,
waar het voor jou was bedoeld.